Autocontrole
Wat is de Autocontrolegids (G-026)?
De gids is een door de bakkerijfederatie opgesteld en door het FAVV goedgekeurd hulpmiddel om aan de wettelijk vereisten voor hygiëne, traceerbaarheid en autocontrole te kunnen voldoen. De Autocontrolegids is gebaseerd op de oorspronkelijke HACCP-regelgeving, maar omvat ook de richtlijnen voor goede hygiëne praktijken (GHP), traceerbaarheid en meldingsplicht. Voor een aantal onderdelen van autocontrole (HACCP, gevarenanalyse, flowcharts,…) is het bovendien voldoende om te verwijzen naar de gids (G-026). Voorwaarde in dat geval is natuurlijk dat je de gids ook effectief in je bezit moet hebben.
Zijn er voordelen verbonden aan het auditeren mijn autocontrolesysteem?
Bakkers die beschikken over een gecertificeerd of gevalideerd autocontrolesysteem betalen een kleinere heffing aan het FAVV. Voor de bakkerijen in de detailhandel spreken we dan over de 'Smiley' indien men zich ook laat certificeren. Zij hebben een korting van 75 % op de normale jaarlijkse heffing. Bovendien wordt de controlefrequentie gehalveerd. Dit betekent dat deze bakkers in principe nog om de 6 jaren gecontroleerd worden door het voedselagentschap. (normale controlefrequentie voor bakkerijen is om de 3 jaren). Opgelet ! het certificaat voor de smiley is slechts 3 jaar geldig. er moet dus na de 3 jaren een audit plaatsvinden.
Moet worstenbrood gekoeld bewaard worden?
Ja, alle vleesbereidingen, ook gebakken worstenbrood, moeten gekoeld bewaard worden. De bewaartemperatuur voor bedrijven die hoofdzakelijk rechtstreeks aan de consument verkopen is 7°C in de kern. Worstenbroden die te koop aangeboden worden dienen ofwel gekoeld te zijn (max 7° C) ofwel warm te zijn aan minimum 60° C. Ook voor bedrijven die hoofdzakelijk aan andere bedrijven verkopen is de maximale temperatuur 7°C in de kern.
Val ik onder detailhandel of onder verwerking?
Iedereen die rechtstreeks aan de consument verkoopt valt onder detailhandel. Je kan beperkt leveren aan andere vestigingen ( zowel derden als eigen vestigingen) - afgekort als ‘VEN’s’- en toch in de sector detailhandel blijven indien aan 2 voorwaarden voldaan wordt: 1. De leveringen gebeuren binnen een straal van 80 km. rond de vestiging 2. EN de leveringen aan andere ‘VEN’s’ is beperkt tot 30 % van de omzet OF er wordt geleverd aan maximum 2 bijkomende EIGEN verkooppunten. (eigen VEN’s) Bedrijven in de sector detailhandel hebben recht op versoepelingen. indien niet voldaan wordt aan bovenstaande parameters, zit je in de sector ‘Verwerking’ en vervallen de versoepelingen.
Wat is een OCI?
OCI is de afkorting voor Onafhankelijke Certificeringinstelling. Dit is een onafhankelijk door het FAVV erkend bedrijf dat een audit van je autocontrolesysteem kan uitvoeren en een certificaat uitreiken. Certificering is een niet verplichte en betalende dienst. Wie zijn autocontrolesysteem laat certificeren krijgt evenwel een korting op de heffing van het FAVV.
Wat is meldingsplicht?
Elke bakker is verplicht het FAVV onmiddellijk in te lichten wanneer je denkt dat een product dat je ontvangen, geproduceerd of verkocht hebt, schadelijk kan zijn voor de gezondheid. Breng je lokale controle-eenheid (LCE) op de hoogte - eerst telefonisch; EN - daarna per e-mail of fax via het meldingsformulier (www.favv.be > Professionelen > Meldingsplicht) Verwittig indien nodig alle klanten die het product gekocht of geconsumeerd hebben.
Ben ik verplicht om de autocontrolegids te kopen?
Neen, je bent niet verplicht om de gids te kopen, maar je bent wél verplicht de gids in je bezit te hebben. Ieder bedrijf moet een autocontrolesysteem (ACS) opstarten en toepassen. De gids is hiervoor een belangrijk hulpmiddel. Leden van Bakkers Vlaanderen kunnen de gids gratis ophalen op het secretariaat in Berchem of downloaden op onze site.
Wat is een voltijdse equivalent?
Een voltijdse equivalent is een werknemer die voltijds werkt of het equivalent daarvan. Bijvoorbeeld: 2 halftijdse werknemers worden beschouwd als 1 voltijdse. Praktijkvoorbeeld: je heb 7 mensen in dienst. 2 werken voltijds, 2 halftijds en 3 werken 1/3e. Dan heb je 7 werknemers, maar 4 voltijdse equivalenten. Dit is belangrijk voor de berekening van de heffing door het FAVV.
Wat is het verschil tussen een inspectie en een audit van je autocontrolesysteem?
Inspecties en een audits lijken op elkaar, maar er zijn belangrijke verschillen. Audits hebben als doel je autocontrolesysteem te laten certificeren of valideren en gebeuren altijd op vraag van de bakker. Audits zijn altijd betalend. Inspecties daarentegen gebeuren op initiatief van het FAVV en onaangekondigd. Afhankelijk van de sector en de risico’s voor de voedselveiligheid heeft het FAVV vastgelegd hoeveel inspecties er in een bepaalde sector gedaan moeten worden. Máár inspecties kunnen los daarvan ook om andere, meer specifieke, redenen gebeuren bijvoorbeeld na een klacht.
Bio
Wat mag ik bio noemen?
'Bio' is een label dat beschermd is en waar controles op gedaan worden. Enkel als het product dat je verkoopt ook daadwerkelijk op biologische wijze geproduceerd is en de productie gecertificeerd is, mag je er het label 'Bio' aan toevoegen. Het gebruik van biologisch geproduceerde ingrediënten is dus niet voldoende. Wie zich wil verdiepen in de wet- en regelgeving rond bio kan terecht op
lv.vlaanderen lv.vlaanderen wetgeving
Mag ik bioproducten in mijn winkel zetten?
Het gebruik van de termen ‘bio’ of ‘biologisch’ voor producten is wettelijk beschermd en gecontroleerd. Bioproducten moeten wettelijk gezien dus aan een aantal regels voldoen. Zo moeten bioproducten altijd duidelijk herkenbaar en gescheiden blijven van de gangbare bakkerijproducten zowel tijdens de productie, de opslag en het transport als de verkoop.
Brood
Aan welke wettelijke bepalingen moet een desembrood voldoen?
Volgens de Belgische wetgeving mag je brood ‘desem’ noemen van zodra er desem in zit, hoe weinig ook. Je moet het gebruikte percentage desem wel verplicht (kunnen) vermelden. Desembrood met bakkersgist en desempoeder, puur voor de desemsmaak is volgens heel wat bakkers geen authentieke manier van desembrood maken, omdat het desempoeder alleen wordt toegevoegd voor de smaak – terwijl desem normaal (een deel van) de gist vervangt. Er is inderdaad een wezenlijk verschil, het belangrijkste is dat je hierover eerlijk bent tegen jouw klant – anders ben je in strijd met de wetgeving rond misleidende reclame.
Hoeveel rogge moet er in roggebrood?
Anders dan je zou vermoeden heeft de wetgever hier geen percentages voor vastgelegd. Wel is het volgende van toepassing voor de naamgeving: De wet op de eerlijke handelspraktijken verbiedt een misleidende naamgeving. Een roggebrood met 10% roggebloem zou je dus als misleidend kunnen bestempelen.
De broodwet stelt het nog duidelijker. Wanneer een bloemmengsel gebruikt wordt dan moeten de verschillende bloemsoorten in afnemende volgorde, volgens hoeveelheid, in de benaming zitten. Een brood dat voor 60% uit rogge- en 40% tarwebloem bestaat, heet dus een rogge-tarwebrood. Wanneer meel van meerdere graansoorten gebruikt wordt, moeten ze vermeldt worden in afnemende volgorde van belangrijkheid waarin ze in het mengsel voorkomen. Indien een mengsel van tarwe- en roggemeel gebruikt wordt, mogen de benamingen aangevuld worden met het woord "masteluin".
Warm brood snijden een goed idee?
Het correct afkoelen van brood is een noodzakelijk onderdeel van de broodproductie. Belangrijk om rekening mee te houden als je brood snijdt. Zonder afkoeling wordt een brood veel sneller oudbakken.
Wanneer een brood afkoelt verdwijnt er vocht uit het brood. Ongesneden blijft er meer vocht in het brood dan wanneer het al in sneetjes gesneden is. In sneetjes verdampt er meer vocht waardoor het brood minder lang vers blijft en de korst minder krokant wordt. Bovendien bestaat de kans dat wanneer je het warm gesneden brood in de broodzak steekt de sneetjes aan elkaar zullen kleven.
Broodtip! Het beste resultaat verkrijg je door brood 2 tot 3 uur te laten afkoelen in een ruimte van 20°C tot 25°C. Kortom, brood snijden wanneer het warm is komt de productkwaliteit niet ten goede.
Aan welke vereisten moet een broodzak voldoen?
Een broodzak en taartdoos moeten geschikt zijn voor de bewaring van voedsel. Dit moet vermeld staan op de verpakking. Dit kan door de tekst ‘geschikt voor levensmiddelen of door bijgevoegd logo. Het materiaal waaruit ze vervaardigd zijn, moet voorkomen dat de producten besmet kunnen geraken.
Hoeveel moet een brood volgens de wet wegen?
Dat bepaalt je als bakker zelf. Elk product dat de ingrediënten van brood bevat mag onder die naam verkocht worden. Ongeacht het gewicht. Je mag met andere woorden nog altijd broden van 400 g, 600 g en 800 g verkopen, maar ook broden met een ander gewicht.
Hoe duid ik mijn broodprijzen aan?
De broden dienen niet alleen een stukprijs, maar ook een prijs per kilogram en een juiste benaming te hebben. Logischerwijs wordt hierbij ook het gewicht van het brood aangeduid. De prijs moet bovendien duidelijk leesbaar en ondubbelzinnig zijn en zich op de betreffende producten, op de verpakking of in de nabijheid van het producten vinden. Een correcte prijsaanduiding zou bijvoorbeeld zijn: Volkorenbrood € 2,20 - 800 gram (€ 2,64/kg).
Wie bepaalt de broodprijs?
Elke bakker bepaalt zelf de prijs van zijn producten. Vroeger stelde de overheid een maximumprijs in, maar deze is sinds 1 juli 2004 afgeschaft. Vandaag kan je als bakker een eerlijke prijs vragen die in verhouding staat tot de kosten en het verrichte werk.
Wat is een merkbrood?
- Het brood moet een duidelijke benaming dragen en opvallend op de broodzak vermeld worden
- De mix mag een 50% mix of 100% mix zijn (er mag dus maximaal evenveel bloem toegevoegd worden als de hoeveelheid mix)
- Er mag enkel bloem, gist, water en eventueel zout toegevoegd zijn. Geen andere grondstoffen.
- Er dienen steeds broodzakken toegevoegd te worden bij iedere levering van mix voor merkbroden.
- De producent dient een aanvraagdossier in te dienen bij de Nationale Confederatie van de Brood en Banketbakkers P/A Iepersestraat 469, 8800 Roeselare om hun product te laten erkennen
- De levering van broodzakken en eventuele publiciteitsartikelen dienen afzonderlijk gefactureerd te worden tegen normale kostprijs
- Alle ontwikkelingskosten, algemene promotiekosten, kosten voor een goed doel, of andere kosten dienen in de prijs van de mix begrepen te zijn.
- Op de factuur dient na de omschrijving van de mix de term ‘mix voor merkbrood’ toegevoegd te worden
Broodautomaat
Wie mag een (brood)automaat plaatsen?
Iedereen met een btw- en ondernemingsnummer. Het enige dat de uitbater van de automaat nodig heeft, is een door de gemeente geleverde stedenbouwkundige vergunning.
Een stedenbouwkundige vergunning is altijd nodig. Wel kan de gemeente specifieke voorwaarden opleggen (bijvoorbeeld x aantal meter van de rooilijn). De dienst ruimtelijke ordening in de steden en gemeente is bevoegd. Hiervoor informeer je je het best bij je gemeentelijke dienst. De regels om een broodautomaat te plaatsen verschillen immers van gemeente tot gemeente. Ook in je keuze van locatie (gemeentelijke grond of privé grond) bestaat er een onderscheid. De gemeente is verplicht om ter plaatse de stedenbouwkundige vergunning uit te hangen.
Een tijdig ingediend beroep schorst de uitvoering van de vergunning. Wetgeving rond stedenbouwkundige vergunning
Broodronde
Is het dragen van de gordel bij de broodronde verplicht?
In het verleden heeft dit thema ook al de nodige stof tot discussie opgelopen. De wetgeving geeft, omwille van veiligheidsredenen, geen vrijstelling voor het dragen van een autogordel door bakkers die een broodronde doen. Het dragen van een autogordel is dus verplicht.
Corona
Wanneer moet ik in quarantaine?
Er zijn drie situaties waarin je zelf in quarantaine moet gaan:
1. Je vertoont symptomen van het virus
Bij symptomen, zet je jezelf in quarantaine en neem je contact op met jouw arts om je zo snel mogelijk te laten testen. Is de test positief, dan blijf je in isolatie. Bij een negatieve test mag je uit quarantaine zodra jouw klinische situatie dat toelaat (check ook www.info-coronavirus.be).
2. Je bent in contact gekomen met iemand die besmet was
Als je in contact bent gekomen met iemand die besmet was, hoef je niet automatisch in quarantaine. Dat zal enkel hoeven als je een 'hoogrisico' - contact bent:
ben je langer dan 15 minuten in nauw contact (minder dan 1,5m afstand) geweest met iemand die besmet was, dan word je beschouwd als een 'hoogrisico' - contact. Je zal dan door de contactopsporing gecontacteerd worden, met de vraag om onmiddellijk 10 dagen in quarantaine te gaan. Je wordt niet getest, tenzij je symptomen vertoont. In dat geval moet je contact opnemen met je huisarts. Voldoe je niet aan die voorwaarden (langer dan 15 minuten contact op minder dan 1,5m), dan wordt je gezien als een 'laagrisico'-contact. In dat geval moet je niet in quarantaine, en moet je je ook niet laten testen. Je wordt dan wel gevraagd om voorzichtig te zijn met sociale contacten, en waakzaam te zijn voor eventuele symptomen. Ontwikkel je toch symptomen als 'laagrisico' -contact, dan volg je de stappen die beschreven staan onder punt 1: ga in isolatie en neem contact met de huisarts.
3. Reizen uit een 'rood gebied'
Wie terugkeert uit een rode zone, geen symptomen vertoont en die via het zelfevaluatiedocument als hoogrisico contact wordt beschouwd, wordt niet langer getest, maar moet wel 10 dagen in quarantaine gaan. Gedurende 14 dagen na terugkeer moet je waakzaam zijn voor eventuele symptomen. Vertoon je symptomen, dan moet je zo snel mogelijk contact opnemen met je huisarts voor een eventuele test.
Welke veiligheidsmaatregelen moet je toepassen in je winkel?
Als jouw zaak open mag, dan moet je volgende maatregelen naleven:
Je laat in principe maximum 1 klant per 10 vierkante meter toe. Indien echter de voor de klant toegankelijke vloeroppervlakte kleiner is dan 20 vierkante meter, mag meer dan één klant de ruimte betreden, zolang een afstand van 1,5 meter tussen klanten gewaarborgd kan worden, met een maximum van 2 klanten.
Je bent verplicht om middelen voor de noodzakelijke handhygiëne ter beschikking te stellen voor het personeel en voor jouw klanten (zoals desinfecterende handgel.
Het dragen van een mondmasker is verplicht voor jezelf, voor je personeel en voor je klanten. Vanaf 1 oktober vervalt de mondmaskerplicht (in Vlaanderen) voor zowel klanten als personeel in horecazaken en winkels.
De toegang tot de commerciële centra, winkelstraten en parkings zijn georganiseerd op basis van instructies van de gemeentelijke overheid.
Je moet de nodige maatregelen nemen om het anderhalvemeteren te respecteren. Is dat niet mogelijk, dan moet je passende preventiemaatregelen nemen.
Wat als mijn werknemer weigert een mondmasker te dragen?
Als werkgever ben je verplicht als 'een goede huisvader' de veiligheid en de gezondheid van jouw werknemers te garanderen. Dat staat zo in elke arbeidsovereenkomst. De werknemer aan zijn kant moet volgens die overeenkomst zijn werk zorgvuldig uitvoeren én ervoor zorgen dat zijn eigen veiligheid noch die van zijn collega's, zijn werkgever of derden in gevaar brengt. Je kan je medewerker dus verplichten om een mondmasker in je bedrijf te dragen, bijvoorbeeld in ruimtes waar social distancing niet mogelijk is.
Weigert jouw werknemer dit? Dat kan je daarvoor naar de arbeidsrechtbank stappen. Die oordeelde eerder al dat de weigering om een mondmasker te dragen onaanvaardbaar is. Door te weigeren een mondmasker te dragen, stelt de werknemer de andere werknemers bloot aan een risicobesmetting. Dat wordt door de rechtbank als een dringende reden om ontslag gezien, en geeft je als werkgever toelating om jouw werknemer te ontslaan zonder opzeggingsvergoeding.
Facturen
Wat is die Fost Plus op mijn factuur?
Wettelijk gezien ben je verplicht om alle verpakkingsmateriaal, zoals taartdozen, broodzakken, draagtassen, enz. dat je met je klanten meegeeft terug in te zamelen en te recycleren. Praktisch gezien is dat natuurlijk onmogelijk. Daarom is Fost Plus in het leven geroepen om je van deze taak te ontheffen. De bijdrage op je factuur is een vergoeding voor het werk van Fost Plus.
Kassa
Mag ik het totaalbedrag van het kasticket afronden?
Afronden van cashbetalingen tot op 5 eurocent is vandaag mogelijk, vanaf 1 december 2019 verplicht.
Afronding tot dichtstbijzijnde veelvoud van 5 eurocent:
- 1,2,6 en 7 eurocent wordt naar beneden afgerond,
- 3,4,8 en 9 eurocent wordt naar boven afgerond
De afronding gebeurt alleen op eindbedragen, nooit op individuele bedragen. Alleen in de situatie waarbij een klant één enkel item koopt, mag op die eindprijs wel afgerond worden. Betalingen met de kaart of met maaltijdcheques worden niet afgerond. Ook voor uitgestelde betalingen (overschrijving, domiciliëring, …) geldt de afronding niet.
Mag ik briefjes van 100, 200 en 500 euro weigeren?
Neen, dat mag je niet. Briefjes van 100, 200 en 500 euro zijn een wettelijk betaalmiddel en mogen gebruikt worden. Er is echter een uitzondering en dat is de regel van de redelijkheid. Wanneer het betaalmiddel niet in verhouding staat tot het aangekochte bedrag dan mag je als handelaar deze betaling weigeren. Iets van 2 euro betalen met een briefje van 500 euro is redelijk absurd en dat hoef je dus niet te aanvaarden. Het is aan te raden om in dit geval betaling via bancontact voor te stellen.
Per definitie betalingen met briefjes van 100, 200 en 500 euro weigeren mag echter niet en kan je dus beter ook niet op die manier uithangen in de winkel. Wanneer een klant hierover struikelt en klacht indient bij de FOD Economie zou dit wel eens nare gevolgen kunnen hebben.
Mag ik betaling in muntstukken weigeren?
In principe is elke handelaar verplicht om elk euromuntstuk te aanvaarden. De euro is immers op basis van Europese richtlijnen een wettig betaalmiddel. 2 uitzonderingen Enkel in 2 welbepaalde gevallen mag de handelaar muntstukken of biljetten weigeren:
- De handelaar moet nooit meer dan 50 muntstukken voor één betaling aanvaarden
- Bij de biljetten 200 of 500 euro mag je een biljet weigeren als het een coupure bedraagt met een waarde van meer dan tweemaal de prijs van het aangekochte goed.
Buiten deze twee uitzonderingen ben je in principe verplicht om elke euro(cent) te aanvaarden waarmee wordt betaald.
Moet ik maaltijdcheques aanvaarden?
Met het oog op een goede dienstverlening is het aangeraden maaltijdcheques te aanvaarden, maar wettelijk verplicht is het niet. Als je liever geen maaltijdcheques aanvaardt moet je dit aanduiden door bijvoorbeeld een briefje aan de deur te hangen met de vermelding ‘Wij aanvaarden geen maaltijdcheques. Dank voor uw begrip.’
Personeel
Hoe vaak moeten we op medische controle?
Het medisch attest voor iedereen die beroepsmatig in contact komt met voedingsmiddelen is niet langer verplicht. Controleurs van het voedselagentschap zullen dus niet langer om de attesten vragen. Wél bestaat nog steeds de jaarlijkse controle door een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk. Deze controle verzekert het welzijn van de werknemer op de werkvloer.
Personen die onverpakt voedsel hanteren moeten uiteraard nog steeds medisch geschikt zijn om dit werk te doen. De werknemer blijft verplicht te melden aan zijn werkgever dat hij, omwille van een besmettelijke ziekte, niet met voedsel in contact mag komen. Het blijft de enkel de arts die kan bepalen of iemand door ziekte ongeschikt is om voedsel te hanteren of dat hij terug in contact mag komen met levensmiddelen. En ook de operator blijft onveranderd verantwoordelijk voor de veiligheid van het voedsel dat hij in de handel brengt.
Voor werkgevers
Als werkgever moet je enkel een medische attest 'geschikheid hantering levensmiddelen' kunnen voorleggen. Dit is 3 jaar geldig en kan door de huisarts afgeleverd worden. Zoals hierboven beschreven vind je op de Kant & klaar-pagina een voorbeeld van een attest.
Plastic zakjes
Mogen we plastic zakjes gratis meegeven aan de klanten?
Het Vlaams verbod op het gratis verdelen van lichte plastic kassazakjes is gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, nl. in het Belgisch Staatsblad van 7 juni 2019. Aangezien het verbod in werking treedt vanaf de tiende dag na de publicatie in het Belgisch Staatsblad, is het verbod vanaf 7/6/19 effectief van kracht.De verbodsregeling in Vlaanderen kan als volgt geformuleerd worden:
Het is in Vlaanderen verboden om gratis lichte plastic kassazakken te verdelen bij aankopen in de detailhandel.
- Voor bestaande voorraden die aangekocht werden voor het verbod wordt het gratis uitdelen nog toegelaten tot 6 maanden na de inwerkingtreding van het verbod. Het verbod werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 7 juni 2019 en trad in werking vanaf de tiende dag na de publicatie in het Belgisch Staatsblad.
- Het verbod geldt voorlopig enkel voor plastic zakjes met dikte van 15 à 50 micron.
- Zeer lichte plastic zakjes dunner dan 15 micron (die soms gebruikt worden aan de groenten of fruitafdeling), alsook de zwaardere plastic tassen van 50 micron en meer, worden (nog) niet geviseerd.
- Wanneer er toch lichte plastic draagtassen worden aangeboden, moet de bijdrage die de consument daarvoor betaalt, zichtbaar gemaakt worden. Dit kan zowel op het kassaticket als door te afficheren in de verkoop ruimte.
De Corona periode heeft niets gewijzigd aan het verbod. Bakkers die toch nog plastiek zakken gebruiken en hiervoor een bijdrage vragen aan hun klanten moeten dit aangeven in hun omzet. Afbreekbare tassen zijn geen plastiek tassen en worden door dit besluit niet geviseerd.
Reclame
Iedereen gebruikt tegenwoordig de termen ‘artisanaal’ en ‘ambachtelijk’ in zijn reclame, ook de supermarkten. Kan dit zomaar?
Ja en neen. De termen ‘ambachtelijk’ en ‘artisanaal’ zijn bij niet beschermd. Iedereen die ambachtelijke of artisanale producten maakt, kan deze termen dus gebruiken.
Als die termen in advertenties e.d. gebruikt worden moeten natuurlijk ook effectief ambachtelijke of artisanale producten gemaakt worden. Anders is er sprake van misleidende reclame (Artikel 88 van de Wet Marktpraktijken). Met misleidend wordt bedoeld het verstrekken van onjuiste informatie over de samenstelling van het product, de aard van het product, de voornaamste kenmerken van het product, het procedé van fabricage, enz.
Hier wringt het schoentje, want er bestaat geen juridische definitie van ambachtsman in België. Zolang niet is vastgelegd wat een ambachtelijk productieproces inhoudt, kan iedereen stellen dat er ambachtelijk geproduceerd wordt. Ook de supermarkten.
Reprobel
Hoeveel vergoeding moet ik betalen?
Maak je fotokopieën van auteursrechtelijk beschermde werken en uitgaven? Dan moet je daarvoor in principe een reprografievergoeding en wettelijke uitgeversvergoeding betalen aan de beheersvennootschap Reprobel. Die twee geldsommen garanderen dat auteurs en uitgevers erkend worden voor hun werk.
Bijkomend moet je ook rekening houden met een vergoeding als je documenten afprint, inscant, digitaal kopieert vanop het internet of vanuit een beschermde bijlage bij een mail (bv op een harde schijf, tablet, smartphone), digitaal intern verspreidt (bv via intranet, Zoom/Teams), digitaal extern communiceert (bv via mail aan een klant, opdrachtgever, raadsman), in een Powerpoint-presentatie verwerkt of digitaal archiveert.
Anders gezegd, in principe heb je daar vooraf de toestemming nodig van de rechthebbende, ongeacht de bron en de wijze van communicatie (papier of digitaal). In plaats van telkens toestemming te moeten vragen aan elke rechthebbende afzonderlijk, biedt Reprobel de mogelijkheid om je met één licentie voor de prints én het digitale hergebruik van beschermde werken in orde te stellen en zo onbeperkt auteursrechtelijk beschermde documenten te reproduceren en te delen binnen de licentiegrenzen.
U betaalt jaarlijks een vast bedrag voor uw Reprobel licentie, afhankelijk van uw bedrijfsomvang en de sector waarin u actief bent (de vermelde bedragen zijn exclusief BTW):
• Onderneming zonder personeel: tussen 35 en 45 euro per jaar
• Onderneming met max. 4 personeelsleden: tussen 50 en 85 euro per jaar
• Onderneming met 5 of meer personeelsleden: basisvergoeding van 25 euro per jaar en een vergoeding tussen 12 en 25 euro per relevant personeelslid in voltijdse equivalent (doorgaans uw bedienden)
Uw licentie aanvragen? contracten@reprobel.be
Beroepsvoorwaarden ijsbereider
Verkopen en bereiden van ijsroom
Het verkopen en bereiden van ijsroom is geen gereglementeerd beroep. Je dient geen beroepskennis te bewijzen. Daarnaast zal je een voedselvergunning moeten aanvragen en een leurkaart indien je ijsroom op de openbare weg verkoopt. Het is ook mogelijk dat je een omgevingsvergunning moet aanvragen.
Webshop
Moeten kortingsacties offline en online hetzelfde zijn?
Een webshop en een fysieke winkel kunnen aanzien worden als twee verschillende verkooplocaties. De regels rond prijsaanduiding en solden moeten per locatie toegepast worden. Dat wil zeggen dat je dus andere prijzen of kortingen mag hanteren in jouw webshop dan in je fysieke winkel. Het is wél belangrijk om daarover duidelijk te communiceren, klanten moeten goed geïnformeerd worden welke prijs of korting waar geldt.
Opgelet: Als je webshop enkel functioneert als online besteltoepassing voor producten die nadien dan afgehaald worden in de fysieke winkel, dan is er geen sprake van twee verschillende locaties. In dat geval is de locatie altijd de fysieke winkel en moeten dus dezelfde prijzen en kortingen gelden.
Betalingen via mijn webshop. Welke nieuwe regels gelden?
Tegen het einde van dit jaar zal een klant op jouw webshop enkel nog kunnen betalen, door een combinatie in te geven van minstens 2 van de volgende 3 elementen:
iets dat de klant weet (bijvoorbeeld een pincode)
iets dat de klant bezit (bijvoorbeeld een bankkaart of kredietkaart)
iets dat de klant eigen is (bijvoorbeeld een vingerafdruk)
De klant zal dus niet langer in staat zijn om bijvoorbeeld te betalen met een kredietkaart, louter door het nummer van de kredietkaart en de CVC - code (de driecijferige code op de achterkant van de kredietkaart) in te geven. Als je zo'n betalingsmogelijkheid aanbiedt op jouw webshop, dan zal je die dus moeten vervangen door de combinatie van het kaartnummer van de kredietkaart en de pincode. Of een vingerafdruk en een pincode. Of het kaartnummer en een vingerafdruk. Met andere woorden: minstens 2 van de 3 bovenstaande elementen. De nieuwe regels gelden vanaf 17 november 2020.
Als je niet zeker bent dat alle betaalmethoden op jouw webshop voldoen aan de nieuwe regels, dan neem je best contact op met de provider van de betaalmodule op jouw webshop, om na te gaan of er aanpassingen nodig zijn aan je huidige betaalsysteem en plan deze op tijd in!
Winkel
Ik wil mijn handelszaak langer openhouden. Wat zijn de maximum toegelaten openingsuren?
Je overweegt je zaak voortaan langer open te houden, maar hoe ver mag je daar in gaan. Dit zijn de spelregels.
Als algemeen principe geldt dat je van maandag tot donderdag de deuren mag openen van 5u ’s ochtends tot 20u ’s avonds. Op vrijdagen en werkdagen die een wettelijke feestdag voorafgaan, mag je tot 21u open blijven. Valt de wettelijke feestdag op een maandag, dan mag je op de zaterdag ervoor tot 21u open blijven. Buiten die uren moet je zaak in principe gesloten blijven.
Mag ik mijn winkel 7 dagen per week openhouden?
Ja, indien u 50% van uw productie zelf kneed en bakt mag u 7 dagen per week open zijn. In alle andere gevallen moet je minstens 1x maal per week 24 uur gesloten zijn en mag er geen commerciële activiteit verricht worden. De gekozen rustdag moet minstens 6 maanden dezelfde blijven.
Wegenwerken in mijn straat. Wat nu?
Zijn er wegenwerken voor je deur? Is je winkel voor een lange periode onbereikbaar voor het verkeer? Dan kan je op financiële steun rekenen van de Vlaamse en federale overheid om het inkomstenverlies te beperken. Er zijn 3 maatregelen:
- 1. Waarborgregeling (Waarborgbeheer NV)
- 2. Rentetoelage voor kmo's (Agentschap Ondernemen)
- 3. Inkomenscompensatievergoeding (het federale Participatiefonds)
Meer info op de website van Wegen en verkeer
Zout
Waarom wordt aangeraden om jodiumzout gebruiken?
De Belgische bevolking kampt met een mild jodium tekort. Daarom beveelt de Hoge Gezondheidsraad het gebruik van gejodeerd zout aan. Zout is een goedkope en gemakkelijke drager van jodium en brood wordt door zo goed als de ganse bevolking dagelijks gegeten. Goed voor de bakkers, want we leveren een aantoonbare bijdrage aan het welzijn van onze klanten.
Wat is het wettelijk zoutgehalte van brood en pistolets, enz.?
De wetgeving op het zoutgehalte is gebaseerd op het KB van 2/9/85 en dat spreekt over brood en bakkerijproducten. Daaronder moet je dus ook pistolets, stokbroden, enz. verstaan. Het wettelijk zoutgehalte is 2% op de droge stof of 1,7% op de bloem.