Wat betekent patisserie eigenlijk? Waar en hoe is het ontstaan? En moet je eigenlijk een opleiding volgen om een banketbakker te worden? In deze blog gaan we dieper in op al deze vragen.
Patisserie, banket of fijn gebak zijn zoete lekkernijen van duurdere en minder vaak gebruikte ingrediënten. Denk maar aan chocoladeglazuur, slagroom, gekonfijte vruchten, vers fruit, marsepein en strooigarnering zoals amandelschaafsel of walnoten.
Door deze ingrediënten heeft patisserie een exclusieve en luxueuze uitstraling. Mensen kopen patisserie vaak alleen op zondagen of uitzonderlijke gelegenheden, zoals verjaardagen, doopfeestjes of een begrafenis.
Volgens verschillende historische bronnen is de oorsprong van banket te vinden in de Arabische landen. Daar bestond namelijk al in de vroege jaartelling het beroep ‘suikerbakker’, die destijds zoete hapjes of koekjes maakte met honing, noten, kaas of gedroogde vruchten.
Door handelsreizigers kwamen die zoetigheden ook in onze contreien terecht en ze vielen meteen in de smaak. Daardoor begonnen onze bakkers volop te experimenteren. Vooral rond 1800 met de komst van beschuitbeslag en boterdeeg. De rest is geschiedenis.
Om te kunnen starten als of bij een brood- en banketbakker moest je vroeger inderdaad een diploma kunnen voorleggen. Sinds 1 januari 2018 is de vereiste beroepskennis afgeschaft voor de meeste beroepen, waaronder banketbakker.
Ben je op zoek naar een banketbakker in jouw buurt? Bakkers Vlaanderen is de snelste en kortste weg.
Het maakt niet uit in welke gemeente of provincie je woont: bij Bakkers Vlaanderen vind je steeds een banketbakker in jouw buurt. Het enige wat je hoeft te doen, is hier jouw postcode of gemeente ingeven.
